Mijn reisverhalen

24-6, aantal dagen onderweg: 48

Het is een wonder!

Na de oerknal, de zeven wereldwonderen, verschillende mariaverschijningen, het wonder van Bern en natuurlijk het wonder van Nijmegen in december ’85 kan er weer een bladzijde, wat zeg ik, boek, aan de geschiedenislessen worden toegevoegd. Het wonder van Paestum. Unesco had het al goed begrepen en heeft het op de wereld erfgoedlijst gezet. Alleen worden er, waarschijnlijk door miscommunicatie, per abuis de Griekse tempels mee bedoeld. Zoals zoveel wonderen, ik haal nogmaals die van Nijmegen ’85 aan, is er maar iets kleins nodig om het te doen ontstaan. Na meer dan 2000 kilometer heeft een punaise dan toch de laatste adem uit mijn voorband genomen. Met als gevolg dat ik nu tussen de oderende (is dat een woord?) Pakistaanse straatverkopers in een trein sta waar ik mijn fiets nergens kwijt kan door hun handelswaar.

Wellicht is het karma voor 2 nachten geleden. Hier heb ik een onbeheerde veel te dure camping als een sluwe vos in de nacht verlaten zonder te betalen. Na dit monstervergrijp zag ik op elke straathoek binnen 10 kilometer in ieder persoon de campingeigenaar en gierde de adrenaline door mijn lijf, een goede crimineel zou ik niet zijn…

De afgelopen dagen heb ik overigens wat meer ‘must-sees’ van mijn lijstje kunnen strepen. De ene ‘must’ je wat meer ‘see’ dan de andere. Napels, mooi, maar niet super bijzonder. Pompeï en Vesuvius, indrukwekkend, maar uiteindelijk ook vooral veel oude stenen op- of naast elkaar waar je net niks meer mee kan. Amalfikust, absoluut het mooiste stukje Italië, gaat dat zien!

De week voor Napels was, zoals jullie weten, mijn liefste op bezoek in Rome. Er is een aantal dingen uit Nederland dat ik mis die ze van de douane niet mee mocht nemen, het weer hadden ze echter totaal geen probleem mee… Eerder die dag appte ik nog over hoe ontzettend warm en zonnig het was. Letterlijk op het moment dat ze voet op Italiaanse bodem zette kwamen de eerste druppels naar beneden.  Mijn verhalen over zon en zomerse temperaturen, ze gelooft er niks meer van, haar terugvlucht had zelfs vertraging door de hemel die open stond. Zij zag dit droog in het vliegtuig, ik zat op de fiets…
Nu is een keer fietsen door de regen geen ramp, dat zijn wij Nederlanders wel gewend, het vinden van een camping bleek dit wel. Na verschillende dichte of niet bestaande campings te hebben nagejaagd kwam ik ‘s avonds in een bergdorpje aan. Zonder bereik, zonde iemand die een woord Engels spreekt, zonder geld en zonder pinautomaat. Ik kon alsnog bij een b&b terecht en mocht de volgende dag naar een andere berg fietsen om eerst even geld te pinnen.
Gelukkig ging het de dagen daarna met het weer wat beter en kwam zelfs de zon weer door. Door het vele fietsen in de zon ben ik net de zongebruinde reïncarnatie van hercules wat niemand ontgaat. Helaas geldt dit ook voor Italiaanse mannetjes van middelbare leeftijd die daar wel een beetje geld op een treurig verlaten stationnetje voor over hebben. Of wilde verdienen, dat was mij niet helemaal duidelijk. Na vaker no gezegd te hebben dan 2unlimited in hun jaren ’90 hit was een schending van mijn waardigheid dan toch afgewend.

Al met al weer een hoop leuke en minder leuke dingen gebeurd die mij ertoe hebben besluiten dat het bijna mooi geweest is. Vrijdag 4 juli in brindisi vertrekt het vliegtuig weer naar Nederland. Zo kan ik Nederland wereldkampioen zien worden in Nederland, ben ik er weer bij voor de voorbereiding op het nieuwe seizoen met de kokoszonen en kan ik weer in een normaal bed slapen. Tot die tijd, gaan we nog vol goede moed door. Er wacht nog een paar 100 kilometer, hopelijk vooral met de fiets!

 

7-6, aantal dagen onderweg: 31 dagen

La solitudine

La solitudine, de eenzaamheid, Laura Pausini werd er wereldberoemd mee. Of toch in ieder geval in Nederland, en vast ook in Italië. Zou Paul de Leeuw met zijn versie ook wereldberoemd zijn geworden? In ieder geval in Nederland, dan kan Italië toch niet meer missen…

Ook Boudewijn de Groot bezong het al; “hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind”. Het is dat ik geen wedstrijd rijd, maar eenzaam kromgebogen over mijn stuur en dan vooral, altijd, tegen de wind! komt mij bekend voor.
Misschien moeten ze een duet doen, Laura Pausini en Boudewijn de Groot. Hoe zou dat klinken? “Want ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof,ik geloof, la solitudine”. In mijn hoofd doet Jochem Meyer nu de stemmen na en zegt dat het echt niet kan, ik zou het wel willen horen.

Maar goed, ik dwaal af. Iets wat mij deze reis op de weg ook regelmatig overkomt overigens. Één van mijn vrienden voorspelde het al, zó lang alleen zijn wordt het zwaarst. Ook mijn vriendinnetje zegt al zolang ze me kent, “jij kan slecht alleen zijn”. Toch nooit leuk om anderen gelijk te geven.

De paradox is echter dat op de momenten dat je het meest alleen bent, op de fiets, waarschijnlijk een of andere berg op met wind tegen en een lekke achterband in niemandsland, je de eenzaamheid het minste voelt. Het zijn juist die momenten die je graag deelt, die zwaar zijn. Een goede grap die in je opkomt voor je vrienden of de mooiste plaatsen waar je je geliefde mist. Zo schrijf ik dit op misschien wel één van de mooiste plekjes op deze aarde, Isola di Giglio. Heerlijk weer, schitterend landschap, mooie plaatsjes en een azuurblauwe zee. Wie wil daar nu niet heen? Dacht ook de kapitein van de Costa concordia, die vergat dat zijn boot geen amfibie-voertuig was en mooi nog een parkeerplaatsje vrij zag en daar wilde parkeren. Wat dat betreft heeft dit eiland iets unieks voor Italië, een bezienswaardigheid van minder dan, pak ‘m beet, 200 jaar oud. Ik drijf weer af, een kwaal waar Herman Finkers al mee naar de dokter ging. Eigenlijk is zo’n stukje paradijs op aarde niks aan alleen. Enige waar het goed voor is, is om nog meer bij te bruinen, zodat ik helemaal onweerstaanbaar ben wanneer ik weer in Nederland ben…

Om de eenzaamheid een beetje tegen te gaan is er natuurlijk Skype. Gelukkig ben ik niet afhankelijk van de wifi-verbindingen, het schijnt dat deze in opdracht van keizer Constantijn in 327 na Christus zijn aangelegd om het Christendom beter te kunnen verspreiden over het gehele Romeinse rijk.  Maar ook de 3g verbinding loopt niet altijd even soepel waar vooral een niet nader te noemen persoon flink chagrijnig van kan worden, ook zij voelt zich eenzaam.

Gelukkig komt daar, voor vijf dagen, verandering in! Donderdag komt mijn vriendinnetje naar Rome en gaan we de romeinse ‘hoogtepunten’ beleven.

Mijn grootste zorg nu is in ieder geval me goed insmeren, dus zo slecht is het leven ook weer niet.

Ciao!

 

25-5, aantal dagen onderweg: 18

Geen groter vermaak dan leedvermaak.
Als er één conclusie is die ik kan trekken na mijn vorige verhalen, en dan met name de reacties, dan is het dat wel. Volkomen begrijpelijk overigens. Wanneer ik vertel over het weer waar de mooiste zomerdag in Nederland niet aan kan tippen, een landschap waar het mooiste schilderij bij verbleekt en een vrijheid waar alle loonslaven alleen maar van kunnen dromen, dan valt er weinig meer te lachen.

Gelukkig is er de afgelopen dagen genoeg gebeurd om jullie wederom op jullie wenken te bedienen. We beginnen deze keer bij het einde, chronologie wordt toch wat overschat en zo houden we het intellectueel uitdagend (de ironie wil dat ik juist het woord intellectueel verkeerd schreef…). Het is zondag, dat kan maar één ding betekenen, getuige ook de voorgaande zondagen; malheur. Hoewel de mankementen nu al donderdag aan het licht kwamen en het na vrijdag echt niet meer door kon, proef ik daar nu nog de zure vruchten van. Vermoedelijk als gevolg van het ‘gedoe’ met de band, waar vorige week bijna net zo makkelijk lucht uit verdween als geld uit de Griekse schatkist, was nu het wiel zelf aan de beurt. Alle klappen die de velg op heeft moeten vangen zijn er dan toch uiteindelijk teveel geweest, waardoor eerst spaak één (donderdag) en daarna spaak twee (vrijdag) als een Nederlander voor een penalty de druk niet meer aan kon en bezweek. Dit alles met gevolg dat het niet meer veilig was om op te fietsen en muhammed ali nog rechter liep dat het wiel. Dit was overigens na de snelste etappe tot nog toe (65 kilometer in minder dan 2 uur), waar ik van geluk mag spreken dat het wiel niet onderweg in de ‘middle-of-nowhere’ brak met jullie allerliefste er bovenop.  Uit de bergen, hier zal ik zo weer mijn gerief over doen, uit het niemandsland, terug in de bewoonde wereld, Parma geheten deze keer. “Maar je moet toch richting Rome, paar 100 kilometer naar het zuiden, met de zon in je gezicht? Dit is recht naar het noorden!” Hoor ik jullie al denken. Naïef, we kunnen ondertussen toch wel stellen dat ik niet altijd de meest logische keuze maak…

In Parma aangekomen blijkt elk hostel vol en geen enkele camping in de buurt. Lekkere voorbereiding. Op de fiets verder is echter ook geen optie. Op dat moment, wanneer je hulp het hardst kan gebruiken, bleek gelukkig dat mijn amoureuze escapades in het verleden welbesteed zijn geweest. Er wachtte mij een slaapplaats bij het zusje van een voormalig langdurige escapade in Modena. In deze stad van de supercars (Ferrari, Maserati en andere) arriveerde ik per trein, mijn bondgenoot in slechte tijden. Hier staat mijn fiets maandag weer gemaakt gereed voor mij. In de tussentijd ben ik meer dan hartelijk ontvangen, heb ik een slaapplaats en lekker gebarbecued. Ohja, en de Champions League finale gemist…

De eerste dagen van deze week waren in een landschap van schitterende schoonheid, Ligurie. Van Genua naar de Cinque Terre, langs de middellandse zee. Het schijnt dat hier geen voetbalclubs bestaan, omdat ze niet een groot genoeg stuk grond kunnen vinden dat vlak is, behalve één smalle weg langs de kust van een kilometer of 10 door tunnels waar maar van één kant tegelijk verkeer kan komen en de andere richting dus een half uur voor rood moet wachten (dit is niet overdreven). Eenmaal op deze weg, in en tussen de tunnels, is er geen weg meer terug, fijn dus ook om er halverwege achter te komen dat het verboden is voor fietsers. Het zou ook behoorlijk vervelend zijn om in zo’n smalle tunnel tegenliggers tegen te komen… Fietsend voor mijn leven, vol op adrenaline, de natuurlijke doping, verder gebruik ik natuurlijk niks ;), het parcours afgelegd voor er tegenliggers kwamen. Ook jammer dat vervolgens de enige weg verder zonder tunnels over hoge bergen is…

Ook de eerste van twee etappes van de Cinque Terre naar Parma begon weer met een berg. Dit wist ik en had me erop ingesteld. Daarna zou het vast vooral naar beneden gaan de bergen uit… Of toch niet? Nee hoor, ik werd vrolijk over een bergpas gestuurd waar ze de dag daarvoor nog met de giro d’Italia overheen zijn geweest. 14 kilometer lang klimmen waren er drie teveel voor mij en lopend ging het verder.

Hopelijk hebben jullie weer van mijn misère kunnen genieten terwijl ik dit lekker in een park in de zon schrijf wetende (hopende) dat mijn fiets morgen weer als een zonnetje rijdt over het vlakke parcours naar Bologna.

Zoals mijn goede Italiaanse vriend met Nederlandse voornaam Arie Verdeci altijd zegt. Tot de volgende keer!

 

19-5, aantal dagen onderweg: 12

Alle begin is zwaar…
In mijn vorige blog had ik al na één etappe opgemerkt dat mij nog genoeg te wachten stond, toch blij dat ik nog iets goed heb ingeschat…

Laten we beginnen bij etappe 2; van het Gardameer naar Lago d’Iseo, via Brescia. Na het gedoe met mijn achterband de dag ervoor bleek het wondermiddel dan toch aan te hebben geslagen en kon ik vol goede moed mijn tocht vervolgen richting Brescia. Over dit gedeelte kan ik kort zijn, het ging lekker. Na lekker wat te hebben gekuierd, zo vrij als een konijn, door Brescia, was het nog 25 kilometer rustig uitrijden naar Iseo. Of toch niet? Zoals ondertussen gebruikelijk fiets ik over de provinciale weg waar auto’s met meer dan 80 per uur langs me heen razen, maar indien nodig zonder aandringen achter me blijven rijden als ware ik de rattenvanger van Hamelen met de auto’s als ratten achter me aan. Het verkeer en ik, het gaat opmerkelijk goed samen. Hier hebben de Italiaanse autoriteiten echter maling aan en melden middels een niet te missen bord dat fietsers toch echt niet verder mogen. “Nouja, een klein omweggetje is toch geen probleem, ik ben er immers zo”.  Dacht ik om omstreeks vier uur, met nog 15 kilometer te gaan. Ik draai rustig een klein weggetje op, die mijn navigatie mij instuurt. Nietsvermoedend rijd ik door een dorpje waar, bij het uitrijden, de weg toch wel flink omhoog loopt. Op zich niet vreemd omdat ik de Alpen schamp en de besneeuwde toppen in de verte zie liggen. Even doorzetten en ik ben er was mijn motto. “Goh, dit loopt toch wel iets langer omhoog dan ik dacht, ik loop een stukje”. Om een, naar mijn gevoel, eindeloos verhaal iets korter te maken, heb ik 10! Kilometer omhoog gelopen op een weggetje waar afgetrainde wielrenners (die ongeveer net zoveel wegen als alleen mijn bagage) op ultralichte fietsen mij al kruipend inhaalden. Het is dat ik zelf een vedergewicht ben, anders was ik nooit boven gekomen… Uiteindelijk was ik om acht uur, dat is vier uur over een goede 20 kilometer, dan toch op de plaats van bestemming. Mijn achterband heeft het de hele tocht overigens goed gehouden. Toen wel…

Vol frisse moed toog ik de volgende dag naar Bergamo en de dag daarna naar Milaan. Op wat regen richting Bergamo na, waren er zowaar geen noemenswaardige obstakels, het is een wonder.

Milaan, een verhaal op zich, ik zal er kort over zijn. Met mijn vieze trui (dat zijn mijn kleren altijd al na een half uur, laat staan na 1,5e week) en korte broek zwierf ik wat door het centrum ‘s avonds rond. Ik waande mij in een zwembroek bij de troonwisseling, nog nooit zo underdressed gevoeld. De volgende dag had ik via via contact met een Italiaanse die mij wel de stad zou laten zien maar ook moest werken bij een concert in een park. Uiteindelijk heel de dag in het park gewacht, toen maar een nieuw hostel geboekt, een verloren dag. Is er dan niks gebeurd? Jawel, de stuiterbal-app op mijn telefoon bleek uit te staan, waardoor de telefoon na een ontmoeting met een Milanese straat niet meer bruikbaar was. Gelukkig was de schoonfamilie zo attent om een reservetelefoon mee te sturen, “jouw telefoon overleeft je reis niet” waren de letterlijke woorden.  Hoe lief het gebaar ook, een verouderde Blackberry en ik zijn als champignons in mijn eten, liever niet.
Vrijdag maar weer verder dacht ik, op naar een stadje niet ver weg, Pavia. Ondanks dat ik ook hier op een gegeven moment niet verder mocht fietsen en weer terug naar Milaan moest, ging de reis voorspoedig. Ook al had ik geen navigatie meer, richtingsgevoel en de stand van de zon doen veel.

Zaterdagochtend snel een nieuwe telefoon gehaald (ik heb jullie contacten weer) met navigatie en we kunnen zorgeloos verder. Maar toen… “Voel ik nu de velg van mijn achterband, dat kon toch helemaal niet? Onomstotelijk bewezen door die vakjury”. Potdikkie, het dichtstbijzijnde plaatsje is nog 5 kilometer, dat wordt weer een stukje lopen… Al voor het dorpje (Voghera, voor de geïnteresseerden) vond ik een decathlon met een heuse fietsreparatieservice voor maar €6. Ik werd snel en vriendelijk geholpen, een nieuwe band om mijn achterwiel en ik was ‘good to go’. Voor de zekerheid toch zelf maar twee reserve bandjes gekocht en een nieuwe fietscomputer, die natuurlijk al in Verona de geest had gegeven. Nog geen vijf minuten later, ik overdrijf niet, midden in dat dorpje, pssss. Dat is toevallig, ik leg er wel even een nieuwe band om. Al doende kom ik erachter dat de pomp die ik heb gekocht waarschijnlijk vooral bedoeld is voor luchtkastelen, niet voor een racefiets. Een vriendelijke man van een gelateria, sowieso al één van mijn favoriete plekjes in Italië, bood uitkomst. We pompten mijn band hard, het zonnetje scheen, wat kon mij gebeuren. Ik had wat vertraging, maar heb alle tijd. Net het dorpje uitgereden, je raadt het al… Niet alleen mijn band stortte steeds als een kaartenhuis in elkaar,  met mijn moraal gebeurde hetzelfde. De band dan maar plakken, ik kan hier moeilijk langs de weg blijven zitten. Ondertussen is de bezorgde vriendin op zoek naar een camping in de buurt, want het begint ondertussen al avond te worden. Ook haar humeur deelde mee in de malaise: “er is helemaal niks”. Ik fiets wel gewoon door (op de geplakte band) dan vind ik vast wel iets, de volgende plaats is nog 10 kilometer. Daar aangekomen blijkt er over 20 kilometer misschien een camping te zijn waar alleen een telefoonnummer van bekend is. Het schijnt dat het nog nooit iemand gelukt was iets over deze camping na te kunnen vertellen.  De camping bleek te bestaan, ik zou er over een uurtje zijn. Dit werd ongeveer het dubbele, omdat ook de wind even wilde laten merken wat het van mijn reis vindt, en ik na elke drie kilometer moest stoppen om mijn band weer op te pompen. Bij de camping aangkomen was het ondertussen al donker en er was niemand. Zou hier dan toch niemand van wegkomen? Wat zou er in dat gebouw allemaal gebeuren? De eigenaar zou eraan komen, ik mocht mijn tent overal neerzetten naar gelieve. Met angst en beven loop ik het terrein op, komen er meteen twee bloeddorstige monsters op mij afgerend met een hoop kabaal. Snel maar weer schuilen achter het hek. Intimi kennen mijn relatie met honden; met gevoel voor understatement, geen liefhebber. Na een paar minuten kwam het besef, ik moet me eroverheen zetten. Langzaam loop ik het terrein op, uitkijkende dat ik niet op afgekloven beenderen ga staan, en zet ik mijn tentje op. Daar kwamen ze weer, ik hou me groot. Na wat snuffelen bleek dat ze toch al voldaan waren na het verorberen van de vorige campinggasten, wat een geluk. Vervolgens hebben ze de hele nacht kamp gehouden bij mijn tent. De volgende morgen begin ik te sleutelen aan mijn fiets, weer een nieuwe band erop en ik kan weer. Hoe hard ik ook pompte, ik kreeg hem niet hard, gelukkig een niet vaak voorkomend probleem… Het feit dat ik in het minst toeristische gedeelte van Italië was, het zondag was en ik simpelweg weg wilde heeft me ertoe doen beslissen een stukje vals te spelen. Maar niet voordat ik de honden, al dan niet vrijwillig, mijn lunch had gedoneerd, met als gevolg dat ik een wisse dood toch heb kunnen ontlopen. De trein naar Genua ging lekker snel, en ik kon de bergen uit het raampje wat meer waarderen dan wanneer ik er tegenop had moeten rijden. Bij de decathlon in Genua, gelukkig ook op zondag open, een goede pomp gehaald en de 15 kilometer die mij nog restte naar de camping gingen prima per fiets.

De komende dagen vervolg ik mijn tocht richting cinque terre, Parma en Bologna.

Tot slot eindig ik graag met de twee Italiaanse woorden die ik verreweg het vaakst gebruik (de rest gaat in het Engels).

Grazie, ciao!

 

11-5, aantal dagen onderweg: 4

Een goed begin is het halve werk…
Als dat waar is, dan rest mij nog een heel hoop werk.

Vandaag was de eerste dag dat ik me bezakt en bepakt verplaatste per fiets. Nadat ik de afgelopen dagen lekker heb kunnen acclimatiseren in Verona, hier kom ik op terug, moest het er dan toch van komen. Richting Milaan, bestemming Brescia was het plan. Brescia (de stad van de mille miglia voor de autoliefhebbers) ligt mooi halverwege Milaan en heeft vast wat te bieden.

Zoals gezegd, bepakt en bezakt onderweg, dat ik een uur bezig ben om de in Nederland nog netjes ingepakte tassen wederom (netjes) dicht te krijgen heb ik het verder niet over, kwam ik er al snel achter dat de windstille dagen voorbij waren. En, zoals iedereen dat altijd heeft, zat ie lekker tegen. Gelukkig biedt Italië tenminste mooie vergezichten zoals industrieterreinen of winkelcentra… Ach, kan niet allemaal meezitten maar we zijn lekker onderweg, dacht ik nog vlak voordat ik de velg van mijn achterband voelde… Gelukkig bestaat hier een wondermiddel voor (getest en goed bevonden door een vakjury. Lees: mijzelf) dus geen stress. Een spuitbusje met ondefinieerbaar schuim heeft mijn voorband tot een onneembare vesting gemaakt voor glas, steentjes en andere scherpe prikgrage voorwerpen die de wegen rijk zijn.  Dus eenzelfde onderhoud voor de achterband, en een rupsband rijdt nog sneller lek. Of toch niet? Na een seconde of tien was de band weer lek, de verdediging van het Nederlands elftal is er niks bij. Eenzelfde operatie nogmaals dan, ik had immers niet voor niets twee busjes schuim meegenomen. Na de tweede behandeling was de band voor een paar kilometer een tweede camelot , goed verdedigd door de ‘french kniggets’. Maar opeens; une présent, what? un cadeau, ah une présent! Jawel, wederom, band leeg. Ondertussen is het thuisfront (vriendinnetje lief met haar bezorgde ouders) hard op zoek naar een oplossing met de trein vanaf een station waar elk seizoen één trein vertrekt (vergelijk het met een busverbinding in een dorpje in de middle-of-nowhere in bijvoorbeeld west-friesland).

Ik zou toch op de fiets door Italië gaan? Dacht ik bij mezelf. Toch nog een keer de band oppompen en bij het Gardameer op zoek naar een camping en morgen een fietsenmaker. Drie keer is scheepsrecht, want nu hield de band het zowaar!  Was het dan toch het gewicht dat nu verminderd was met twee spuitbussen? Of had ik misschien wat meer geduld moeten hebben en even wachten? Joost mag het weten, en dan mag hij het mij ook vertellen.

Gelukkig kost niet alles bij het Garda meer, maar is op de cola na alles goed te betalen en ben ik optimistisch voor morgen, wanneer ik mijn tocht voortzet naar Brescia en hopelijk naar het Lago d’Iseo. Laten we hopen dat de band van- en met mijn fiets sterk genoeg is om een mooie tocht te kunnen maken.

Ohja, Verona. Drie dagen volle bak zon en bijna 30 graden (zoiets is het toch ook in Nederland?) Erg mooie stad en leuke camping, voor een ieder een aanrader. En als je er dan toch bent, ga dan ook naar een wedstrijd van Hellas Verona, een leuke ervaring met gekke fanatieke fans en numero uno in de spits (weet je niet over wie ik het heb? Zoek op numero uno op YouTube en je weet het).

Voor nu is het bedtijd.

 

Dus zoals een oud Italiaans gezegde luidt:

Ciao voor nou!

3 thoughts on “Mijn reisverhalen

  1. Simon

    We zetten jou dan ook niet voor niets midmid in het veld Teun, dan ben je altijd goedomringd.
    Have fun in Rome.

    Reply
  2. Ome Harry

    Hoi Teun, via jouw tante, mijn zussie, hoorde ik van jouw blog. Wat een onderneming, man! Helemaal goed van/voor jou. Houd de banden vol met wind dan heb je die minder tegen. Qua WKfamiliepoule heb ik de zaak inmiddels ook ingevuld. Hoop dat ik je een beetje kan bijhouden met de score. Hoe staat het Italiaanse team ervoor? Worden zij voor de vijfde keer wereldkampioen of wordt het de zesde titel van Brazilië?
    Je schrijft erg onderhoudend, je weet de humor en relativering van problemen er steeds in te houden. Hulde!
    Groet
    Harry

    Reply

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>